Ssenfuka wil dokter worden. Ssenfuka's eerste vonk van inspiratie kwam toen hij zag hoe Jajja Namuddu voor de zieken zorgde. Ze bewoog zich doelbewust, verzamelde kruiden uit de struik en bereidde remedies voor bij het vuur. Haar handen, versleten door jaren van hard werken, brachten troost aan degenen die bij haar op de stoep stonden. Ssenfuka zat dan stil naast haar en keek naar elke stap. Toen hij ouder werd, liet ze hem helpen met het pletten van bladeren, het koken van wortels en het zorgvuldig aanbrengen van kompressen. Maar diep van binnen verlangde hij ernaar de wetenschap achter deze remedies te begrijpen.